Daar schreef ik toen Bijbelstudies voor. En dat kwam iemand te weten die in dat werkveld werkt; Ferdinand Bijzet. Hij vroeg mij of ik bij hem wilde komen werken. De 1e keer dat ik een mannengroep leidde vond ik echt helemaal geweldig. Dat mannen daar open praten over hun pornogebruik, wat het met hen deed, en waarom... Dat is wat er gebeurt als mannen open worden, dat was echt…”
Wilbert Weert, psychosociaal therapeut, vooral relatietherapie, groepstherapie, lezingen en trainingen. Eigenaar van Dichterbij Herstel, dat is gespecialiseerd in behandeling van verslavingen en (seksuele)ontrouw en met problematiek die met seksualiteit verband houdt zoals spanningen, schaamte en schuldgevoelens, vreemdgaan, prostitutiebezoek, seksueel misbruik, fetisj en exhibitionisme. Zijn specialisme is pornoverslaving en (ongewenst) pornogebruik. En van daaruit seksuele ontrouw en de spanning die dat geeft binnen een man/vrouw relatie.
Wat is zo móói aan mannen die open worden?
“Het kijkje in hun hart, in hun kwetsbaarheid, in hun verlangen. De weggestopte pijn, de naakte zelf. Het heeft iets hemels. Want omdat het een echte ontmoeting is kan je de dingen die je hebt meegemaakt en de vragen die je je werkelijk stelt, daar blootleggen. En de herkenning die dat bij elkaar geeft zorgt voor een soort kameraadschap met een lach en een traan. Je merkt gewoon dat het ons als mens zó goed doet om zó met elkaar in verbinding te zijn.”
Stel je bent jongerenwerker en er komt jongere naar je toe. Wat doe je dan?
“Wat ik jongerenwerkers adviseer is in de kern vrij eenvoudig. Zie het gedrag als een symptoom en niet als een probleem op zichzelf. De grote valkuil van een jongerenwerker is te denken: we gaan dit gedrag proberen te beheersen via zaken als verantwoording, openheid, afleggen, soms ook filters installeren of alternatief gedrag afspreken. In Marcus 7 zegt Jezus: “Niets van wat buiten de mens komt, kan een mens onrein maken”. En dan noemt Hij een rijtje en waar ook ontucht in genoemd wordt. Jezus zegt hier dus: porno kan je niet onrein maken. Dat is natuurlijk een hele andere manier van denken. Wij zijn geneigd te denken dat het probleem zit in de verleiding. Jezus zegt: het probleem kán de verleiding niet zijn, want er is hoe dan ook verleiding. Maar als je hart vatbaar is voor de verleiding, dan komt dát bij elkaar en dát leidt tot het gedrag wat je doet. Uiteindelijk gaat het dus over: wat zit er in mijn hart waarvoor ik porno ga gebruiken? Een pornoverslaving is eigenlijk altijd een vorm van een hechtings- en verbindingsprobleem. Je hecht je aan iets ongezonds, omdat je niet meer goed weet wat je hechtingsbehoefte is en hoe je op een goede manier hecht.”
Hoe wordt je dan vrij van porno?
Je kunt heel veel energie stoppen in het proberen niet meer te kijken. Dan krijg je vanzelf ook grijze gebieden, wat mag dan wel en wat mag dan niet? En uiteindelijk kan je misschien dan zeggen: ik kijk geen porno, dus ik doe het niet meer. Maar echte vrijheid is niet ‘het niet meer doen’, echte vrijheid is dat je het verlangen niet hebt om het te doen. Je kunt je wel beter voelen omdat je het gedrag niet meer doet, maar als je enige reden dat je niet rookt is omdat je geen pakjes meer kunt kopen, dan ben je niet vrij. Echte vrijheid gaat over dat je de behoefte niet meer hebt. Het gaat erom dat je de dieperliggende oorzaak leert kennen waarom je porno kijkt en wat geloven in Jezus betekent in die dieperliggende oorzaak.”
Is er altijd heling?
“Ik denk wel een zekere mate. Er is altijd aanvaarding. Er is altijd genade. En dát brengt wel herstel en heling. De échte heling komt nog, de eeuwige blijvende. Tot die tijd blijft er altijd een soort, wat Petrus zegt, schaamte over de dingen waar je voorheen in wandelde. Er is een vorm van gezonde schaamte, die je ook wel weer doet beseffen hoe groot de genade van God is die de zonde heeft afgewassen. Schaamte is soms ook nuttig, in een sociale context. Als je een scheet laat en je schaamt je, dan wordt je dat veel sneller vergeven dan als je doet alsof het niks uit maakt. Als iemand rood wordt, zijn we allemaal geneigd het te vergeven.”